Ik voel me niet zo Charlie vandaag

31 maart 2016 stukjes

We moesten het eens even hebben over Charlie Hebdo.

Sinds de aanslagen van 22/3 zijn wij in hun vizier gekomen. Vorige week lieten ze al enkele cartoons los over de aanslagen, die voor sommige mensen aanstootgevend waren en voor anderen satire. Het blijft een dunne lijn.

In de comedy is het net zo. Kan je grappen maken over de aanslagen? Nee, nu niet, want het zit nog te vers in ons geheugen. Binnen een maand of drie? Vast wel. Het klinkt een beetje hypocriet, maar zo is het nu eenmaal.

Charlie Hebdo doet daar duidelijk niet aan mee en speelt kort op de bal. Goed van hun, dat ze zich niet hebben laten doen door de aanslag op hun redactie. Vrijheid van mening en satire: het moet blijven kunnen. Zelf ben ik de eerste om het daar volmondig mee eens te zijn.

Tot satire je echt raakt. De cover van Charlie Hebdo zorgde deze week voor wat opschudding. “Stromae, papa où t’es?” en allemaal afgerukte ledematen rond hem. Met als achtergrond onze nationale driekleur.

Wellicht – ik mag het hopen – kennen de cartoonisten van Charlie Hebdo Stromae zijn verleden niet. Papaoutai is een noodkreet, een vraag naar zijn ongekende vader die is omgekomen bij de genocide in Rwanda.

Zelf ben ik ook van dat land. In 2014 trok ik er heen met Martin Heylen.

charlie

Ik heb de afgerukte ledematen en schedels zien liggen, zij aan zij als bewijsmateriaal van een gruwel die er nooit had mogen zijn. Ik heb me afgevraagd of mijn familie daartussen lag. Ik heb veel aan de muziek van Stromae gehad toen.

Voor mij stopte satire en vrijheid van meningsuiting bij die cover van Charlie Hebdo. Het voelde als een enorme stomp in mijn maag en een trap op mijn hart toe. Ik voel me niet zo Charlie vandaag. Dat is mijn mening. Satire is allemaal heel plezant als het niet te dicht bij je eigen gevoelswereld komt. Natuurlijk vinden wij spotprenten over Allah redelijk grappig. Ver van ons bed.

In mijn eerste comedyshow had ik een liedje waarin het er op neer kwam dat ik zong dat mensen best geen zelfmoord plegen onder de trein tijdens het spitsuur omdat dat ferm lastig is. Een hit was het, een billenkletser van herkenbaarheid. Tot er na een show eens een mevrouw naar mij kwam, huilend, en me vertelde dat haar zoon dat had gedaan en of ik dat liedje niet meer wilde zingen. Voor de rest vond ze het een hele fijne show. Een show waarin ik misschien nog wel mensen gekwetst had op andere manieren. Het was een lastige denkoefening toen. Blijven brengen, zegden velen. Maar voor mij was er toen iets kapot aan dat liedje. Ik heb het nooit meer gebracht.

Ik kan me dus best voorstellen dat er mensen zijn die de cover van Charlie Hebdo heel grappig vinden en je kan het hen niet eens echt kwalijk nemen. Cartoonisten, comedians… We kunnen ons onmogelijk in iedereen zijn verhaal verdiepen. Dus dat satire en humor soms eens botst, dat is gewoon zo. Vandaag Stromae, mezelf en een hoop anderen. Morgen vast weer iemand anders.