Hoe slecht ziet gij?

Ge weet het of ge weet het niet: ik ben slechtziend. Dat is best heel ingewikkeld eigenlijk. Het is bijvoorbeeld een pak ingewikkelder dan blind zijn. Mensen begrijpen het niet altijd even goed: ‘hoe slecht ziet gij?’ is dan ook een veel gestelde vraag. Het antwoord daarop in getallen zegt ei zo na niets. Het helpt wel dat ik door één oog gewoon niks zie, dat is redelijk duidelijk. Maar ik kan lezen, ik kan fietsen! ‘Kan je dit zien?’ vragen ze dan en dan doen ze zo iets vreemds met pakweg hun handen dat ik meestal wel zie omdat het vreemd is. ‘Hoe ver kan je dan zien?’ vragen ze ook en dan zeg ik iets als ‘redelijk ver maar nog verder zou leuk zijn’.

slechtziend

Raken ze niet echt wijs uit. ‘Wat is er dan met uw ogen gebeurd?’ willen ze weten, starend naar het lege oog waar de zon nooit in schijnt. Irritante vraag, immers, ik vraag nooit naar hoe mensen hun lichaam is geworden wat het is. ‘Amai, dat moet wel èrg zijn voor u, zo weinig zien’, dan komt de compassie. Ik zou me kortom wekelijks een depressie kunnen laten aanpraten door veelal wildvreemden. Ik ga het dus allemaal eens niet meer doen. Geen zaken mee. Eenvoudiger voor mij. Lekker egoïstisch.